Ludmilla woont en werkt in Enschede.
1986-1991 : AKI (ArtEZ), Enschede Afgestudeerd in 1991 Keramiek, Grafiek 1992-1994 : RUG, Religie wetenschappen Universiteit Groningen bachelor: augustus 1993
Het verlangen en de onmogelijkheid om als mens voor altijd in onherbergzame wildernissen te dwalen is voor mij aanleiding voor het creëren van keramische beelden zonder duidelijke grenzen tussen mens en natuur. De beelden laten mensfiguren zien die een magische vluchtroute zoeken, terug naar de ongerepte wildernis, maar ook naar hun eigen ongetemde natuur.
De verhalen van Ludmilla van der Spoel
Interview tijdschrift Keramiek NVK februari 2011
Tekst Paul Kuyer en Guus Schipperheijn
“Romantiek (is) de richting in de Europese letterkunde in het laatste van de achttiende eeuw en in de eerste helft van de negentiende eeuw, waarbij gevoel en verbeelding op de voorgrond treden – ook in toepassing op de overeenkomstige vormen in andere kunsten en op de hele levensstijl van de periode” Van Dale, 1993). Zij ontstond uit teleurstelling in de macht van de rede. De Romantiek heeft Nederland slechts licht beroerd, maar kunstenaars als Goethe, Schiller, Wagner, Shelley, Byron, en Victor Hugo behoren tot deze stroming. De romantische mens ervaart een diep verlangen naar de woeste natuur, lieflijk en wreed. In ruige, majestueuze landschappen stellen schilders als Caspar David Friedrich en Barend Cornelis Koekoek de mens voor als een nietig wezen, weerloos tegenover haar oerkrachten. De romanticus ziet de natuur als bezield en weet er zich sterk mee verbonden; voelt het verlangen er in op te gaan. Ook ervaart hij de verbondenheid met voorgaande generaties. Daarom trokken geleerden als de gebroeders Grimm van gehucht naar gehucht om daar uit de volksmond eeuwenlang overgeleverde verhalen te verzamelen. Het onderbewuste, het mysterieuze, duisternis en eenzaamheid oefenen een grote aantrekkingskracht uit. Velen voelen behoefte te ontkomen aan de knellende banden van het bestaan. Officieel duurt de Romantiek tot circa 1850, maar de stroming heeft een krachtige wortelstok. Incidenteel ontspruiten nieuwe loten. Ludmilla van der Spoel (1968) is daar een zuivere vertegenwoordiger van.
Verhalen
“Dat de natuur voor mij bezield en levend is, laat ik in mijn beelden zien, “ schreef Van der Spoel. “Ze tonen een toestand (mentaal of fysiek) van eenwording tussen de persoon en de omgeving waarin ze zich bevindt, resulterend in metamorfoseachtige verschijningen.” Zij vindt de inspiratie voor haar beelden in de eenzaamheid van de ongerepte natuur; de wil zich zo nu en dan uit de beknelling van het geordende leven los te maken; Keltische en Scandinavische volksverhalen; gedichten van Tennyson en Keats. Haar beelden moeten “in elk geval inhoud hebben, anders heeft het geen zin om ze te maken.” Ze zijn altijd gedetailleerd en mooi. Intrigerend is een serie waartoe ‘Droom-eland’ behoort: een vrouw en een eland die tot een eenheid vergroeien. Het zijn kleine, witte plastiekjes, op een stukje drijfhout dat Van der Spoel aan het strand van de Barentszee vond. “Het leuke van dit werk is dat je iets maakt dat niet bestaat.” Dat is het geval met ‘La Belle Dame Sans Merci’. Het is geïnspireerd op een gedicht van Keats. Een ridder ontmoet een fraaie dame, een natuurwezen. Zij ontloopt hem en hij zoekt de rest van zijn leven vruchteloos naar haar. Het indringende beeld toont een van hoog naar laag verlopend bosperceeltje. Aan de hoge kant zien we woeste woudreuzen optorenen. Aan de voorkant daarvan groeien de stammen uit in een vrouwenbeeld, als een boegbeeld. Aan de lage kant staan prille boompjes. Het geheel toont de twee kanten van de natuur: lieflijk (het jonge bos) en meedogenloos (het oerbos). Tussen de bomen door loopt een smal riviertje. Tussen de woudreuzen is een meertje. Net boven de waterspiegel is een vrouwenhoofd zichtbaar: komt zij er uit of verdrinkt zij? In de overlevering is de taxusboom een magische boom: hij kan niet sterven. In het beeld ‘Taxusgrietje’ staat een meisje in een holle, oeroude taxusboom. Zij lokt de voorbijgangers. Wie binnentreedt neemt zij via de achterkant mee naar …, ja, naar wat ? Een andere dimensie? De vrouwen in ‘Frosted‘ en ‘Wildernis buitenste binnen’ zijn geïnspireerd op middeleeuwse jonkvrouwen. Beiden ervaren hun werkelijkheid als bedrukkend. De vrouw uit ‘Wildernis buitenste binnen’ wil daaraan ontkomen. Zij vlucht door de spiegel waar zij voor staat. Dan voltrekt zich een metamorfose: zij verandert in een natuurwezen.
Sfeer
“Inspiratie heeft altijd met de natuur te maken, met mezelf daarin.” Van der Spoel gaat jaarlijks enkele weken alleen op pad en zoekt dan onherbergzame, eenzame gebieden op, in Schotland, Ierland, de toendra’s in Scandinavië. (Eens liet zij zich voor een tijdje op een onbewoond eiland aan de Ierse kust afzetten, maar ze was blij dat zij niet de enige bewoner bleek te zijn: op een ochtend stonden twee schapen met hun kop door de tentopening het zonderlinge schepsel te bekijken.) Haar verhaal is primair, maar zij streeft ook naar schoonheid; “ik wil met mijn werk uiting geven aan het mysterie tussen mij en de natuur”. Als een beeldhouwer werkt Van der Spoel vanuit een massieve massa. “Dat geeft mij de vrijheid tot ‘schetsen’. Zo kan een ruwe opzet een aantal keren veranderen en uiteindelijk steeds concreter en gedetailleerder worden.” Zij studeerde grafiek en keramiek aan de AKI omdat zij het van meet af aan als een beperking beschouwde dat zij als keramist met een vaste vorm zat, zonder de middelen die een schilder heeft om sfeer te scheppen, zoals het laten vervagen van vormen en kleuren. Eerst probeerde zij sfeer op te roepen door letterlijk grafiek en keramiek te combineren, maar dat bevredigde niet. Vervolgens ging zij glazuur gebruiken om sfeer op te roepen. Zij heeft een bescheiden palet. “Ik hou van koude, natte landen. Daar is weinig rood en geel te vinden, maar vooral koele kleuren en sneeuw.” Daarom laat zij de kleuren naar boven verlopen van gedekt naar wit. “Het moet een beetje ijl zijn, subtiel.”
Authentiek
De gevoelens en ideeën van waaruit Van der Spoels werk ontstaat, zijn authentiek. Elk beeld getuigt daarvan; elk verhaal voert je binnen in een doorleefde wereld. Er ligt een gedachtenwereld aan ten grondslag die als een onderaardse rivier uit vroeger tijden komt en soms aan de oppervlakte verschijnt. Daarnaast beschikt zij over een groot vakmanschap en weet schoonheid en inhoud in haar werk samen te brengen. De sprekende beelden van Ludmilla van der Spoel geven veel kijkplezier en ruim stof tot reflectie.